Van Java naar Suriname, 1890-1930
In het hospitaal trof ik een 40tal zieken aan in, over het algemeen ellendigen toestand. In het hospitaal heerschte een ondragelijke stank. De zieken lagen ongedekt, enkelen geheel naakt op den blooten grond. Nergens was er een brits te bespeuren. Een langwerpig houten bak zonder deksel diende als latrine. In overleg met de mij vergezellende deskundigen werden dadelijk maatregelen genomen ter evacuatie der zieken en dienzelfden dag 50 zieken naar het Militair Hospitaal gezonden, er bleek namelijk later dat zich ook buiten het hospitaal nog zieken onder de emigranten bevonden.
NAS, Archief Immigratiedepartement, Inv.nr.20, 22 juni 1894
Aldus de Agent-Generaal van het Immigratiedepartement in Suriname in zijn verslag over het onderzoek aan boord van het stoomschip Voorwaarts, dat kort daarvoor in Suriname was aangekomen. De Voorwaarts had een lading van 614 Javaanse contractarbeiders van Java naar Suriname gebracht. Deze arbeiders waren op Java geworven door de Nederlandse Handelsmaatschappij. Op Java hadden zij een contract ondertekend dat hen verplichtte voor een bepaalde periode in een voor hen onbekend land op een onbekende plantage te werken. De contractarbeiders zouden het gat moeten vullen dat ontstaan was met het vertrek van de slaven van de plantages in 1873. Aan boord van de Voorwaarts stierven in totaal tweeëndertig migranten tijdens de reis en moesten 250 Javanen bij aankomst in het Militair Hospitaal worden opgenomen. Van dezen stierven er nog eens eenendertig waardoor het sterftepercentage uitkwam op meer dan tien procent. Een percentage dat de gemiddelde sterfte aan boord van slavenschepen evenaarde.